De ondervraging van verdachten met duimschroeven en de straffen die ze uiteindelijk kregen werden door een BEUL uitgevoerd. Een beul wist heel veel over het menselijk lichaam en had een medische opleiding. Het was dus een soort dokter. Raar eigenlijk. Hij takelde je eerst toe en lapte je vervolgens weer op met zijn medische kennis. Hij droeg geen zwarte kap over zijn hoofd zoals je in films vaak ziet. Integendeel, de beul was juist trots op het werk dat hij verrichte en bedekte zijn hoofd juist niet. Het beroep van beul ging trouwens van vader op zoon, of je dat nou wilde of niet.
Deze openbare executieplaatsen waren dan ook een onmiskenbare manifestatie van de stedelijke justitie en macht. De dag van de terechtstelling viel meestal op een zaterdag maar dit hoefde niet te zijn. Na een kort gebed werden de vonnissen van de terdoodveroordeelden publiekelijk voorgelezen. Het voorlezen van het doodsvonnis plaatste de veroordeelde definitief buiten de gemeenschap. Na de afkondiging van het vonnis begaf de beul zich in aanwezigheid van de schout, de schepenen, de burgemeesters, de sergeanten en de communiemeesters naar de terechtstellingsplaats.
Pijpers, trommelaars en trompetgeschal kondigden de terechtstelling aan. De kerken luidden de doodsklokken. Schutters, gekleed in feestkledij, vergezelden steevast de stoet. In tijden van oproer moesten deze schuttersgilden en gewapende ambachtslieden de terechtstelling in goede banen leiden. Een priester liep mee om de veroordeelde de biecht af te nemen. Tijdens de optocht zong hij liturgische liederen en gebeden. Wanneer de delinquent de dood in de ogen keek, hoorde hij berouwvol te zijn en overtuigd van de slechtheid van zijn daden en de juistheid van het vonnis.
Als de misdadiger tot inkeer kwam, kon de priester de op het laatste moment geredde ziel doen heengaan door hem het passende viaticum te geven. Begrijpelijkerwijze werd deze `oprechte‘ inkeer niet altijd bereikt. Sommige criminelen stierven zonder berouw, nog grapjes makend of het publiek en de rechters beschimpend. De veroordeelde was voor de terechtstelling meestal kaalgeschoren, geboeid en in een lang wit hemd gekleed.
Mr. Frans
Scherprechter in Friesland 1550
Hans Calle
Scherprechter te Leeuwarden 21-3-1681
-Echtgenote Stijntie Froboos (1e echtgenoot waarschijnlijk de broer van Joost Ewerts)
Aestimatieboeken, nr. 1153
Lucas Salomons van Lingen 3-8-1640
Scherprechter te Leeuwarden Uit Lingen. Mr. scherprechter 23-12-1642 9-1-1643
-Echtgenote: Frouckien Pieters Inventarisatieboeken, nr. 1471
-Ondertrouw te Leeuwarden met Aeltie Pytters, uit Leeuwarden Tresoar
-Echtgenote Aeltie Pijtters Aestimatieboeken, nr. 839
Pijter Simons
Scherprechter te Leeuwarden 21-2-1612
Echtgenote Anna Hans Aestimatieboeken, nr. 359
Joachim van Tecklenburg,
Scherprechter te Leeuwarden 27-7-1640
-Echtgenote: Anna Hanses
Christiaan van Gorcum
Ged. 20-1-1702 Leeuwarden, Grote kerk.
-Scherprechter te Leeuwarden
Petrus van Gorcum
-Ged. 12-10-1759 Leeuwarden, Westerkerk,
zoon van Theodorus/Dirk van Gorcum.
-Assistent-scherprechter en chirurgijn te Leeuwarden
Dirck Flipses Gorkum
Scherprechter te Leeuwarden 22-8-1703 - 21-7-1713
Theodorus / Dirk van Gorkum
-Geb 18-2-1727, ged. 21-2-1727, zoon van Christiaan van Gorcum
-Scherprechter te Leeuwarden 12-3-1756
-Chirurgijn te Leeuwarden 1755-1797
-Scherprechter van de provincie Friesland 18-10-1772
-Scherprechter van Friesland 4-7-1777
Tjeerd Alberts Boonstra
61 jaar. Scherprechter te Leeuwarden 1824
bron: Scherprechter beul in de Nederlanden